In Nederland kennen we verschillende rioolsystemen.

Gemengd

In een gemengd riool stromen afval- en regenwater samen in één buis naar de rioolwaterzuivering (rwzi). Het onderstaande huis (schematisch) heeft zowel binnen als in de straat een gemengd rioolsysteem: een buis voor afvalwater en regenwater.

Overstorten zijn de noodafvoeren van gemengde riolen. Ze treden meestal vanzelf in werking als bij een hevige bui de buizen vol zijn en de pompen maximaal draaien. Het regenwater loopt dan samen met een beetje afvalwater een vijver of sloot in. Daarmee zorgen overstorten bij hevige regen voor droge voeten.

 

Gescheiden

Afgekoppelde en (verbeterd) gescheiden systemen voeren afvalwater en regenwater in twee aparte buizen af. Dat is hieronder schematisch zichtbaar in de gescheiden systemen zowel binnenshuis als in de straat.  

Infiltratie

Infiltratievoorzieningen zorgen dat regenwater in de bodem zakt. Er zijn verschillende voorzieningen, zowel boven (wadi, infiltratieveld) als onder de grond (infiltratiebuis of kratjes). De bodem onder of rondom een infiltratievoorziening zuivert het regenwater.

Om verstoppingen te voorkomen, mag er niet te veel zand, slib en vuil in het regenwater zitten. Dat geldt zeker voor ondergrondse voorzieningen die niet te reinigen zijn. Daarom gebruiken we bladvangers en slibputjes. Voor bovengrondse voorzieningen mag het regenwater natuurlijk niet onder de grond komen. Daarom liggen in die wijken vaak gootjes die het regenwater naar de voorziening afvoeren.

Infiltratievoorzieningen zijn alleen bruikbaar als het grondwater diep genoeg zit omdat de voorziening anders al met grondwater gevuld is. Ook moet de bodem (enigszins) waterdoorlatend zijn, want anders zakt het water niet weg. De voorzieningen hebben soms een overloop naar een vijver of sloot of een vorm van tijdelijke opslag, waarna het water in de bodem wegzakt. Zo blijven uw voeten ook bij hevige regen droog.