De gemeente mag voor uw kind vrijstelling van de leerplicht geven. Dit betekent dat het niet naar school hoeft. Dit kan bijvoorbeeld als uw kind door psychische of lichamelijke klachten geen onderwijs kan volgen. Of als uw kind naar een buitenlandse school gaat.
Zit uw kind tegen het einde van de leerplichtige periode en heeft hij of zij moeite op school? Misschien kan uw kind in dat jaar een afwijkend programma volgen. Dit is de vervangende leerplicht.
Het programma van de vervangende leerplicht bestaat uit algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs. Daarnaast bevat het praktijktijd. Dit is licht werk.
Als uw kind dit traject ingaat, schrijft u het in bij een instelling waar het dit aangepaste onderwijs kan volgen.
Samen verantwoordelijk
Ouders, scholen en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de handhaving van de Leerplichtwet. Met elkaar dienen wij ervoor te zorgen dat uw kind zoveel mogelijk gebruik maakt van zijn recht op onderwijs. Dit recht geeft betere kansen in de samenleving. Maar het recht op onderwijs geeft ook zijn verplichtingen. Deze zijn geregeld in de Leerplichtwet. Zo moet u als ouders of verzorgers ervoor zorgen dat uw kind vanaf zijn vijfde jaar tot en met het jaar waarin het zeventien wordt, naar school gaat. U bent er ook verantwoordelijk voor als uw kind, om welke reden dan ook, niet naar school gaat. Dit moet u melden aan de school. De school is verantwoordelijk voor het registreren van de afwezigheid van uw kind. Het verzuim dat ongeoorloofd is, wordt bij de gemeente gemeld. De school geeft in haar schoolplan aan hoe binnen de eigen school het verzuim wordt teruggedrongen. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanpak van het schoolverzuim.
Vrijstellingsgronden
De Leerplichtwet kent een aantal vrijstellingsgronden. Dat zijn omstandigheden waaronder een leerling geoorloofd afwezig mag zijn. De school kan, al dan niet in overleg met de leerplichtambenaar, vrijstelling van onderwijs geven in de volgende gevallen:
- De school is gesloten. Vanzelfsprekend kan er dan voorlopig geen onderwijs worden gegeven. Ook kan het voorkomen dat het gebouw niet mag worden betreden, bijvoorbeeld na een brand.
- De leerling is geschorst.
- De leerling moet in schooltijd voldoen aan verplichtingen vanwege godsdienst of levensovertuiging.
- De leerling kan door het beroep van beide ouders slechts op vakantie buiten de schoolvakantieperiode.
- Als er andere gewichtige omstandigheden zijn.
- De leerling is ziek.