Wapen van Oosterhout
Oosterhout en zijn wapen
De naam ‘Oosterhout’ komt hoogstwaarschijnlijk van ‘ten oosten van 't hout ’. Oosterhout is dus kennelijk ontstaan ten oosten van een stuk bos. Oosterhout wordt voor het eerst, en slechts zijdelings, genoemd als woonplaats in een oorkonde uit 1213 waarin Geertruidenberg van Graaf Willem I van Holland het stadsrecht krijgt.
Familie van Wassenaer
Het wapen van Oosterhout gaat terug op de familie Van Wassenaer, die zichzelf in de dertiende eeuw Van Duivenvoirde noemden (naar hun kasteel bij Voorschoten). De Wassenaers gebruikten een wapen met drie 'wassende manen'. Deze drie halve manen vinden we terug in het wapen van Oosterhout en in andere wapens van gebieden die in bezit waren van deze familie, zoals Wassenaar.
De familie Van Duivenvoorde komt in de dertiende eeuw in Oosterhout terecht. Een van hun afstammelingen: Willem van Duivenvoorde (zie daar) bouwt en bewoont het kasteel in Oosterhout en mag zich Heer van Oosterhout noemen.
Waar komen de dorpsnamen vandaan?
In een document uit 1213 wordt voor het eerst het dorpje Osterholt genoemd (bij de stad Geertruidenberg).
Het kerkdorp Dorst wordt voor het eerst genoemd rond het jaar 1300. De naam heeft kennelijk iets te maken met Doornt of Dornt (plaats waar doornstruiken groeien). Dorst lag toen niet in de bossen maar in de heidevelden.
Wat we nu Oosteind noemen is eigenlijk een lang lint van vier gehuchten tussen Oosterhout en 's Gravenmoer: Ulendonc, Oosteind, Horst en Vijfhuizen. Ulendonc wordt voor het eerst genoemd in 1308.
Den Hout ligt langs een belangrijke middeleeuwse handelsroute die van Antwerpen, via Breda en Teteringen naar Geertruidenberg liep. De weg naar Geertruidenberg was al in 1326 verhard. Daarom moest men tol betalen bij 'den draaiboom'.
Seters is een klein gehuchtje dat vroeger als Ceters geschreven werd. Vermoedelijk betekent het 'zijwaarts gelegen'. Er lopen inderdaad geen doorgaande wegen doorheen. Niet ver van Seters stond vroeger de galg van Oosterhout.
Steenoven is genoemd naar de steenovens die daar minstens tot 1821 hebben gestaan. Mogelijk werden hier de stenen gebakken voor het kasteel van Dongen in de veertiende eeuw.