Afhankelijk van de uit voeren activiteiten kunt u te maken krijgen met een bodemverontreiniging. Mogelijk kunt u enkel de activiteiten uitvoeren indien de bodem wordt gesaneerd. Denk hierbij b.v. aan bouwactiviteiten op een bodemgevoelige locatie. Tevens is het mogelijk dat u een bodemsanering wilt uitvoeren op vrijwillige basis om bijvoorbeeld een gerichte kwaliteitsverbetering van de bodem.
Standaard aanpak voor bodemsanering kan bestaan uit
- Afdekken, met een duurzaam aaneengesloten verhardingslaag, of met een leeflaag (grond/ baggerspecie) minimaal 1,0 meter dik met een kwaliteit die voldoet aan de functie (landbouw/ natuur, wonen of industrie)
- Verwijderen van verontreiniging, in overeenstemming met de functie
- Combinatie.
Bij het uitvoeren van een activiteit onder algemene regels vindt geen goedkeuring vooraf of achteraf door het bevoegd gezag plaats. Degene die de activiteit uitvoert heeft zelf de verantwoordelijkheid om de sanering uit te voeren volgens het Bal, het omgevingsplan en/of een maatwerkvoorschrift.
Onder de Omgevingswet zijn regels opgenomen voor het graven in de bodem en het saneren van de bodem. In bepaalde situaties geldt overgangsrecht waardoor de regels uit de Wet bodembescherming van toepassing blijven.
Het overgangsrecht regelt dat voor bepaalde locaties de Wet bodembescherming (Wbb) van toepassing blijft. Dan gaat het om locaties waarvan de bodemverontreiniging of een voorgenomen sanering bekend is bij de overheid. Het bevoegd gezag Wbb heeft dan meestal eerder al een besluit (beschikking) over deze locaties en verontreinigingen genomen