Beschrijving

De 'Wet dwangsom' heeft als doel dat de overheid zich beter aan beslistermijnen houdt. Hierdoor krijgt u tijdig een besluit op een aanvraag. Als de overheid niet op tijd reageert, kunt u een vergoeding (dwangsom) eisen.

Na een besluit van de gemeente heeft u zes weken de tijd om een bezwaarschrift in te dienen. Dit doet u natuurlijk alleen als u het niet eens bent met de beslissing van de gemeente. De gemeente heeft (in principe) twaalf weken de tijd om een beslissing te nemen op uw bezwaarschrift. Deze termijn start één dag na de termijn van zes weken, waarbinnen u een bezwaarschrift in had kunnen dienen.
 
'In principe 12 weken' betekent dat hiervan afgeweken kan en mag worden. Er zijn wettelijk omstandigheden aangegeven die het 'opschorten' (stilzetten) van de afhandeltermijn goedkeuren. Het gaat dan om één van de volgende omstandigheden:
 
  • als uw bezwaarschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen en daardoor aan u een 'hersteltermijn' geboden wordt;
  • als noodzakelijke informatie bij een buitenlandse instantie opgevraagd wordt;
  • als de vertraging aan u te wijten is (bijvoorbeeld wanneer u niet op een afspraak verschijnt of aangeeft niet voor een bepaalde datum op de hoorzitting te kunnen komen);
  • als de gemeente door overmacht niet in staat is een beslissing te kunnen nemen;
  • als de gemeente gebruik maakt van de mogelijkheid om de beslissing maximaal zes weken te verdagen (uit te stellen);
  • als u - als bezwaarmaker - daarmee (los van bovenstaande mogelijkheden) instemt.
Heeft u een bezwaarschrift ingediend? Dan ontvangt u hiervan een ontvangstbevestiging. Hierin staat de datum vermeld waarop de gemeente een beslissing genomen moet hebben.
Als de gemeente redenen heeft deze termijn te verlengen, krijgt u hiervan schriftelijk bericht. In dit bericht staat (voor zover dat mogelijk is) een nieuwe datum waarop een beslissing genomen moet zijn.

Zodra de reden voor de termijnverlenging niet meer bestaat, krijgt u een brief met daarin:

  • de einddatum van de verlengingsperiode;
  • de nieuwe (uiterste) datum waarop een beslissing genomen moet zijn.

Op deze manier kunt u controleren of de gemeente zich aan de beslistermijn houdt.

Als volgens u de beslistermijn verstreken is, kunt u dat bij de gemeente melden. In een brief geeft u aan dat u “de gemeente in gebreke stelt” omdat zij niet tijdig een beslissing genomen heeft. U kunt over de trage afhandeling ook een klacht of een bezwaarschrift indienen. Zo'n klacht of bezwaarschrift wordt door de gemeente meteen gezien als een “ingebrekestelling”. 
 
Na de 'ingebrekestelling' heeft de gemeente nog 14 dagen de tijd om op de aanvraag te beslissen. Daarna is de gemeente u een vergoeding (dwangsom) schuldig, voor elke dag dat ze te laat een besluit neemt. Na afloop van de aanvraagprocedure bepaalt de gemeente de hoogte van de dwangsom.
 
Direct beroep bij niet tijdig beslissen door gemeente
 
Als
  • er tijdens de beslistermijn geen beslissing genomen is, èn
  • u de gemeente 'in gebreke' heeft gesteld, èn
  • er ook geen beslissing genomen is binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling,
kunt u (direct) beroep indienen bij de rechtbank. De rechter zal dan enkel een besluit nemen over de vraag of er sprake is van een termijnoverschrijding.
 
Als de rechter het met u eens is (het beroep 'gegrond' acht) kan hij:
  • de hoogte van de (door de gemeente al) verschuldigde dwangsom vaststellen;
  • bepalen dat de gemeente binnen twee weken na verzenden van de uitspraak, een besluit moet nemen;
  • een verdere dwangsom verbinden aan iedere dag dat de gemeente de uitspraak van de rechter niet nakomt.